Extreme Makeover

Regelmatig is op de televisie een programma met een gelijke naam te bewonderen waarin men verlepte, uitgezakte en uitgebluste dames weer in een acceptabel model probeert te boetseren. Men laat de dames allerlei zware trainingen doen en in combinatie met wat technische ingrepen probeert men dan een acceptabel lustobject te verkrijgen. Het doel is altijd om ze er na afloop een stuk jonger en aantrekkelijker uit te laten zien.

Ook bij onze Harley is op zijn tijd een makeover een leuke hobby. Er is echter een opvallend detail dat verschilt met de getoonde TV programma’s. De dames moeten na afloop altijd jonger lijken, bij onze Harley’s doen we meestal ons best op ze een ouder uiterlijk te geven. Een relatief nieuw model krijgt het uiterlijk van een oude bobber of we laten ons motorblok er een paar jaartjes ouder uitzien.

Mag het een paar jaartjes ouder zijn?
Wim is al een tijd in het bezit van een originele Electra Glide uit 1968. Dit model is slechts een relatief korte periode gefabriceerd. In 1965 werd de Panhead voorzien van een startmotor en veranderde de naam van Duo Glide in Electra Glide. In 1966 werd de Shovelhead geïntroduceerd. Bij dit model werd nog wel het oude onderblok van de Panhead gebruikt en alleen het bovenblok werd gemoderniseerd. In 1970 nam men ook het onderblok onder handen en kwam er een ander model carter met wisselstroomdynamo. Hiermee veranderde ook de typische rechterkant van het motorblok en deed een moderner uiterlijk zijn intrede.

Hoewel het model HD van Wim slechts 4 jaar in productie is geweest, vond hij het uiterlijk van de motor toch niet uniek genoeg. Wim wilde namelijk eigenlijk het liefst de Panhead Electra Glide die slechts 1 jaar in 1965 gefabriceerd was. Omdat natuurlijk tegenwoordig alles mogelijk is, gingen we maar aan de gang en maakten we deze dame een paar jaartjes ouder.

 

S&S retro conversion
De firma S&S brengt al geruime tijd z.g. “top end retro conversion kits” op de markt. Van origine was S&S een merk dat allerlei snelle spulletjes op de markt bracht die in de dragracerij ontwikkeld waren en waarmee je HD een stuk sneller van zijn plek ging. Toen echter de oude modellen populair werden speelde men daar slim op in met de Flathead Power onderdelenlijn. Onder deze merknaam worden onderdelen van hoogwaardige kwaliteit op de markt gebracht voor de oude modellen. S&S kopieert hierbij niet zonder meer de oude onderdelen, maar probeert ze waar mogelijk te moderniseren en betrouwbaarder te maken. De echte purist zal waarschijnlijk nooit dit soort onderdelen op zijn motor willen omdat zij niet 100% origineel zijn, als je echter de motor regelmatig probleemloos wilt berijden zijn dit soort modificaties de hemel op aarde. Door het toepassen van moderne technieken wordt de motor een stuk sneller en betrouwbaarder en kun je gewoon zonder problemen lange stukken rijden in de toekomst.

Bij deze kits worden de nokvolgers van de Evo modellen gebruikt. De originele hydraulische units die toegepast werden bij de Panhead- en Shovelhead modellen werden voor het eerst in 1953 gemonteerd waren vrij zwak uitgevoerd. Bij het uitbrengen van de Evo werd de constructie van de hydraulische unit en de rol die over de nokkenas loopt ingrijpend verbeterd. Het is dan ook begrijpelijk dat S&S voor de sterkere constructie van deze latere modellen nokvolgers koos. Het gevolg van het gebruik van deze moderne nokvolgers is dat er ook een andere nokkenas toegepast moet worden door de andere hoek waaronder de nokvolgers op de nokkenas lopen. Je monteert dus eigenlijk een Evo nokkenas, maar dan met de tandwielsteek en de lagervlakken van een ouder model. Ook in deze nokkenassen heeft S&S een grote keus voor “elk wat wils”. Vergeet bij je keus nooit dat “hoe heter, hoe beter” perfect is voor je vriendin of echtgenoot, maar niet opgaat bij de keus van je nokkenas. Een wat tammer model nokkenas zal voor de gemiddelde berijder prettiger en rustiger rijden dan een extreem “hot” model.

 

Makeover
De hele ingreep stelt eigenlijk niet zoveel voor. Het best kun je deze modificatie combineren met een motorblok revisie en, als dit nog niet eerder gebeurd is, het smeersysteem even om laten bouwen naar een full-flow systeem. De levensduur van de modellen van voor 1973 gaat met een modern smeersysteem echt met waanzinnige sprongen vooruit. Altijd doen dus, ook bij een standaard revisie. De Panhead koppen van S&S hebben hetzelfde patroon voor de cilinderkopbouten als een Shovelhead (je kunt dus geen Panhead cilinders gebruiken).
Na montage van de nieuwe nokkenas kan het onderblok weer dichtgemaakt worden en de nieuwe lifterblokken met nokvolgers op hun plaats gemonteerd. Nu kunnen de cilinderkoppen op de cilinders gemonteerd worden met de bijgeleverde pakkingen. Zet de koperen koppakkingen altijd even in de VHT Torq-Tite voor je ze monteert, om zweten te voorkomen. Als de koppen gemonteerd zijn kunnen de tuimelaars op hun plek gezet worden. Monteer alles met een momentsleutel en houdt nauwkeurig de door S&S opgeven waarden aan. Wacht nog even met de montage van klepdeksels tot na het stellen van de kleppen, dat werkt wat prettiger.

 

Kleppen stellen
De hydraulische units die bij deze kits zitten, zijn eigenlijk bestemd voor de Evo modellen. Het zijn z.g. high performance hydraulische units die voorzien zijn van een HL2T spacer, die er voor zorgt dat de unit ook zijn werk blijft doen bij hoge toerentallen en bij gebruik van sterkere klepveren. Je hebt bij gebruik van deze HL2T kit de prestaties van vaste stoters, maar met de geluidloze klepbediening van hydraulische units. Het beste van twee werelden dus.
Het afstellen van de stoterstangen moet hierbij iets anders vergeleken met een origineel systeem. We stellen de kleppen altijd als de nokvolger op het laagste punt van de nokkenas staat. Dit kun je eenvoudig bepalen door de klep van de andere cilinder op “tuimelen” te zetten. Als je dus de inlaatklep van de voorste cilinder wilt stellen doe je dat op het punt waar de inlaatklep van de achterste cilinder helemaal geopend is. Je stelt nu alle speling uit de stoterstang en daarna geef je hem nog vier volle slagen extra, zodat de klep open komt te staan. Nu wacht je eerst 10 minuten alvorens verder te gaan. Deze 10 minuten zijn nodig om alle eventueel aanwezige olie in de hydraulische units weg te persen.
Na 10 minuten draai je de stelbout zover terug in de stoterstang dat de klep weer geheel gesloten is. Je kunt dit eenvoudig voelen; als de klep open staat draait de stoterstang erg zwaar, op het moment dat de klep dicht is gaat hij ineens lichter draaien. Je voelt dan nog wel een klein beetje frictie van het veertje in de unit maar de kracht is er af. Vanaf het punt waar de stoterstang lichter gaat draaien draai je nog precies 1 slag extra door. Hierna alles zo laten en de borgmoer van de stoterstang vast draaien. Hierna kunnen de klepdeksels gemonteerd worden. Zet niet te veel kracht bij de klepdeksel boutjes. Ze kunnen weinig hebben dus houdt het opgegeven aanhaalmoment aan.

 

En nu rijden

Deze motorblokken zijn echt “fun” en veel leuker dan een standaard blok. Ze zien er lekker antiek uit maar je kunt gewoon met de moderne blokken mee blazen op de snelweg. Rijdt het blok wel even netjes in op de voorgeschreven wijze en ververs tijdens het inrijden wat vaker de olie en oliefilter.

Good old Harley’s never die, they just go faster.

Een"Top-end retro convertionkit" van S&S. Gewoon op je Shovel monteren en plotseling rij je op een panhead die nog veel sneller is dan de Shovel.
Monteer op de motorblokken van voor 1973 altijd een full-flow oliepomp. Scheelt echt heel veel in de levensduur!
Ondanks het natuurgetrouwe uiterlijk van een oude Penhead zitten in de klepdekksels veel moderne technieken verborgen die voor veel betere prestaties zorgen.
Even het blok in de motor bouwen en rijden. Als je op de snelweg ingehaald wordt door een Electra uit 1965 weet je dat het blok niet helemaal standaard meer is