HARLEY-DAVIDSON MODEL WLJ

Haast iedere Harley rijder kent de WL, WLA en WLC modellen.

Wat minder bekent zijn de WLH, WLJ en WLR.

Deze laatste modellen zijn kleine producties die rond 1950 gefabriceerd zijn in opdracht voor speciale diensten van een aantal regeringen.

Zo zijn er bijvoorbeeld van de WLH twee series gemaakt in de 50er jaren voor de Nederlandse overheid (o.a. Marechaussee).

De H in het model gaf aan dat zij voor Holland gemaakt zijn en men gaat er van uit dat er ongeveer 425 gemaakt zijn in tussen 1949 en 1951. De WLR was (naar alle waarschijnlijkheid) voor Rusland en de WLJ voor het verre oosten.

Omdat uit die tijd alle archieven vernietigd zijn bij Harley-Davidson (waarschijnlijk door een grote brand in de 60er jaren), is niet meer exact te achterhalen waar de J voor stond.

Er zijn verschillende meningen over, die allen niet met 100% zekerheid te controleren zijn.

Voor de WLJ wordt Japan genoemd. Dit lijkt echter niet waarschijnlijk omdat Japan onder licentie van Harley-Davidson een eigen replica van de Harley’s fabriceerde, onder de merknaam Rikuo (later Showa).

Er waren in die tijd zeer hoge import belastingen in Japan en waarom een dure motor importeren als je hem veel goedkoper in eigen land kunt maken?

Ook wordt voor de J vaak Java of Jakarta genoemd. Als we de Java connectie bekijken vinden we het volgende: Tot 1950 was Indonesië een Nederlandse kolonie en heette het Nederlands Oost-Indië.

De KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger) was daar operatief en zij reden op WL modellen. Omdat de Nederlandse regering al de WLH modellen gebruikte, ligt het voor de hand dat de Nederlandse regering bij Harley-Davidson ook motoren bestelde voor gebruik in de kolonie.

Ook volgt de J alfabetisch de H op (er werden geen klinkers gebruikt in de typeaanduidingen), dus zou het een volgende batch na de WLH kunnen zijn.

We blijven dan wel steken op het feit dat eind 1949 de Nederlanders het bewind overdroegen en waarom dan na die tijd nog motoren aanschaffen?

De meeste WLJ’s zijn van 1949 t/m 1953. Bouwjaren van na 1949 zijn dus wat vreemd. Van sommige WLJ modellen is wat historie te achterhalen en het bleek dan meestal een motor te betreffen die uit Indonesië geïmporteerd was en daar voorheen dienst had gedaan bij de politie.

Zo ook deze motor die door de eigenaar in 1998 in Jakarta is gekocht en daarna naar Hongkong in meegenomen.

Na een tijdje in Engeland te hebben gereden is hij naar Nederland gekomen en gaat nu weer terug naar de eigenaar in Johor (Maleisië).
Nog een leuk detail;

Toen de Indonesiërs het bewind overnamen waren zij niet de beste vrienden met de vertrekkende KNIL militairen.

De Hollanders moesten al hun militaire voertuigen aan de Indonesiërs overhandigen. Het was dan ook traditie dat de militairen met “hun” motor een laatste ritje maakten, dan een handvol zand in de olietank gooiden en daarna de motor met een brede lach aan de Indonesische militairen overhandigden.

Dit zou dan verklaren hoe het komt dat veel WLJ modellen een motorblok uit 1951 hebben, terwijl het rijwieldeel een aantal jaren ouder zou kunnen zijn.

Als de verhalen kloppen, waren de oude motorblokken in de prak gelopen en werden er nieuwe blokken besteld om de boel weer rijdend te krijgen.

Dan nu de Jakarta connectie: In 1949 startte de Amerikanen met het Mutual Defense Assistance Program (MDAP). ‘The sinews of war: army logistics 1775-1953′ van het Center of military history United States Army in Washington uit 1997 vermeldt dat de Verenigde Staten via het MDAP van 1950 tot 1953 kleine hoeveelheden wapens, voertuigen en radio’s leverden aan de Indonesische National Police Mobile Brigade.

Ook stationeerden de Amerikanen in Jakarta in 1950 een Military Assistance Advisory Group (MILTAG). Doel was tegenwicht bieden aan het opkomende communisme in de regio. Toen de oorlog in Korea eindigde met een wapenstilstand (in 1953) trokken de Verenigde Staten de MILTAG terug uit Jakarta.

De militaire steun ging nog jaren door en werd beëindigd in 1964. Het MDAP in het verre oosten bereikte zijn piek in 1952 en 1953.

Dat klopt met de jaartallen van de meeste WLJ’s (1951-1953). De J kan dus ook voor Jakarta staan, waar het hoofdkwartier van de National Police Mobile Brigade zat.

Waarschijnlijk ging het om restanten van de WL-serie van 1951 en 1952.

Deze Harley-Davidson WLJ is van een eigenaar in Maleisië. Hij woonde eerst in Singapore en is later verhuist naar Johor in Maleisië.

Het bouwjaar van deze WLJ is 1951 en door veelvuldig gebruik gedurende vele jaren begon de motor langzaam in te storten.

Besloten werd de motor in Holland te laten opknappen omdat daar de meeste kennis aanwezig is van de oude modellen.

Een speciale wens van de eigenaar was om een antiek verend duozadel te laten monteren, ook wel bekent als de Ideal Duo.

 

OPNIEUW OPBOUWEN
De motor was in erbarmelijke staat door amateuristisch gesleutel in het verre Oosten en in Engeland.

Er waren in de loop de jaren veel “creatieve” oplossingen bedacht voor versleten onderdelen.

In eerste instantie zag de motor er van een afstandje aardig uit, maar technisch was het een wrak.

Toen we gingen zandstralen bleken de spatborden en benzine- en olietank meer uit plamuur te bestaan dan uit metaal.

Het achterspatbord was nog te redden door het inlassen van wat stukken plaat.

Het voorspatbord was in het verleden al ettelijke keren slecht elektrisch gelast en er was echt niets meer mee te beginnen.

Gelukkig heeft het spatbord van de latere modellen van de Big Twins hetzelfde model.

De bevestigingslippen voor de montage aan de voorvork zijn bij het nieuwe spatbord weg geslepen en daarvoor in de plaats werd de originele beugel voor een springer voorvork in het voorspatbord geklonken.

Uit de benzinetank en olietank werden de ergste deuken getrokken en ze werden met tin gevuld om zo min mogelijk plamuur te hoeven gebruiken.

De WLJ, die jarenlang in zilverkleur had rondgereden, moest diepblauw worden. Het fraaie Indigo Blue spuitwerk is gedaan door Frans de Weert (Custom Corner Utrecht).

Het 750 zijklepper motorblok werd totaal gereviseerd, samen met de versnellingsbak.

De originele carburateur was een keer vervangen door een Linkert M88 van een legermodel.

Nu zijn deze M88 modellen ongeveer de slechtst presterende Linkert carburateurs uit het assortiment en hij werd daarom vervangen door het juiste model Linkert met een grotere doorlaat.

Het was niet het streven om de motor tot op het laatste boutje origineel te maken, maar wel technisch in zeer goede staat en binnen het betaalbare zo origineel mogelijk. D

e wens van de eigenaar om een antiek verend duozadel te laten monteren, ook wel bekent als de Ideal Duo, werd natuurlijk ook opgelost.

Frits (de eigenaar van de motor) had deze aparte zadel combinatie ooit op een foto gezien en wilde deze absoluut op zijn motor.

Bij Max Middelbosch werd een Ideal Duo gevonden, die helemaal uit elkaar werd gehaald en gerestaureerd.
De motor ziet er uit zoals het hoort, in goede staat, maar niet ‘showroom nieuw’. “In de dop van de benzinetank zat een deuk.

Deze is expres niet vervangen, het mag er best een beetje oud uitzien!”

De WLJ gaat binnenkort weer op transport terug naar Maleisië, Frits nieuwe standplaats, waar hij er ongetwijfeld heerlijk mee gaat rijden.

Met een hemelse, blauwe motor onder een blauwe hemel, hoe mooi wil je het hebben?

Foto’s: Onno “Berserk” Wieringa (Madness Photography)

 

We beginnen helemaal bij de basis en restaureren eerst het frame en de voorvork.
Het blok wordt weer helemaal nieuw gemaakt.
Ook de versnellingsbak ontkomt niet aan een volledige revisie.
Het motorblok begint alweer vorm te krijgen.
Het geheel begint weer een beetje op een motorfiets te lijken.
Op speciaal verzoek van Frits moest er een Ideal Duo uit de 50er jaren gemonteerd worden.