Old school is hot!

De tijd van extreem brede banden, belachelijk dure Ari Ness onderdelen en motor waar je amper fatsoenlijk mee de bocht om kunt lijkt voorbij. Veel sleutelaars kiezen tegenwoordig bewust voor eenvoud of functionaliteit bij de bouw van hun motor. Onderdelen laten poeder coaten wordt al het “nieuwe verchromen” genoemd. Er worden weer veel oude Panheads en Shovels in nieuw staat teruggebracht, daarnaast springt de after-market er natuurlijk op in en kun je bij S&S weer gewoon nieuwe “oude” modellen motorblokken kopen die er uitzien als een antieke Knucklehead, Panhead of Shovelhead, maar inwendig voorzien zijn van moderne technieken.

 

Welke keuze maken?
Een nieuw “oud” model blok bestellen bij S&S is een eenvoudige optie. Naast een nieuw S&S blok kopen kun je er natuurlijk ook voor kiezen om je bestaande blok aan te passen of een blok op te bouwen en het geheel een “antieke” uitstraling te geven. Dit wordt met name veel gedaan omdat de originele krukas van de oude HD modellen een stuk zwaarder is dan de moderne S&S krukassen. Een motorblok met een zware krukas zal wat langzamer op toeren komen bij het accelereren, maar wel veel lekker en rustiger lopen bij een constante snelheid. De motorblokken met S&S krukassen zijn een beetje te vergelijken met het rijden op een Sportster. Lekker snel optrekken en sportief in de stad, op de lange weg echter wat nerveus. Een blok met een originele HD krukas zal meer het herkenbare gedrag van de Big Twins hebben. Als je overigens geen originele HD krukas meer hebt liggen, zijn de befaamde Torq monster vliegwielen van de firma Truett & Osborn een perfect alternatief. Ze zijn speciaal ontworpen voor veel koppel en het echte “ouderwetse” Harley gevoel. Bij zelf een blok opbouwen heb je ook, naast de keuze van een andere krukas, de mogelijkheid het blok aan je eigen wensen aan te passen. De standaard S&S blokken hebben allemaal een langere slag dan een standaard HD om zoveel mogelijk vermogen te bereiken. De hogere zuigersnelheid van een langere slag veroorzaak natuurlijk veel meer slijtage en een kortere levensduur van het blok. Voor een motor die geen lange stukken rijdt is dit geen probleem. Heb je echter plannen om de motor ook te gebruiken voor dagelijks gebruik en lange (vakantie) ritten, dan is een standaard slag een veel betrouwbare keuze. Elke twee of drie jaar je blok reviseren kost tenslotte ook nogal wat. Door de toegepaste moderne materialen wordt het blok toch al een stuk sneller dan een origineel model en hoe vaak rij je nu werkelijk boven de 180 kilometer per uur op je bobber? Vergeet niet de kreet: “speed cost money, how fast do you want?”

 

Van een laat model Shovel een “oud” model maken
Ruud had in zijn schuur nog een versleten Shovelhead motorblok liggen dat uit 1976 stamt. Voor zijn nieuwe bouwproject had hij echter het uiterlijk van een motorblok van voor 1965 in gedachten. De naar buiten uitstekende nosecone bij de late modellen Shovels paste niet in het plaatje van zijn nieuwe project dat hij voor ogen heeft. Het probleem bij de modellen van voor 1970 is echter de belabberde gelijkstroomdynamo die altijd veel problemen gaf en weinig laadstroom en daarnaast ook nogal wat motorvermogen opslurpt en trillingen veroorzaakt. Ruud wilde een combinatie van het uiterlijk van het motorblok van voor 1965 en daarnaast de betrouwbare wisselstroomdynamo zoals gebruikt bij de modellen van na 1970. Het bovenblok moest een Panhead worden maar natuurlijk van moderne snufjes worden voorzien. Kort samengevat; een blok met het uiterlijk van een Panhead en de inwendige technieken van een Evo.

 

We beginnen
De originele krukas gaan we gebruiken omdat deze zwaarder is dan de modellen van S&S. Ruud wil een motor met veel koppel en het echte Harley poeke-poek geluid, dit bereik je alleen met een paar flinke vliegwielen in de krukas. Omdat tegenwoordig alles mogelijk is, beginnen we maar met een setje geschikte carters bij de firma S&S te bestellen. Zij maken op bestelling haast elk carter dat je kunt bedenken. Het moest een combinatie worden van een linker carterhelft uit de bouwjaren 1970 tot en met 1983 voor een wisselstroomdynamo en een rechter carterhelft die door HD origineel toegepast werd van 1948 tot en met 1969. Om van een goed smeersysteem verzekerd te zijn moest daar dan weer een oliepomp op passen die origineel van 1981-1991 werd toegepast. Even het bestelformulier van S&S invullen en daarna volgens opgave van S&S 6 tot 8 weken wachter tot het carter er is (dit wordt in praktijk meestal drie tot vier maal de afgesproken termijn).

 

Het donor motorblok
Terwijl we op het bestelde carter wachten, gaan we maar vast aan de gang met de voorbereidingen. Het oude blok wordt gedemonteerd en de bruikbare onderdelen schoongemaakt en apart gelegd, wat over blijft kan via Marktplaats een nieuwe baas vinden. De krukas reviseren en balanceren we vast, dan kunnen we in ieder geval gelijk beginnen als het carter er is. Intussen gaan we onderdelen verzamelen voor dit project. Omdat we nokvolgers willen gebruiken van een Evo, moeten we een nokkenas hebben met nokken die geslepen zijn als die van een Evo omdat deze een grotere roller op de nokvolgers heeft en de boel onder een andere hoek staat. Een standaard oud model nokkenas is daarom niet meer bruikbaar. Het nokkenasdeksel pakken we ook van S&S, evenals de oliepomp. De cilinders laten we ceramisch coaten. Dit blijft ten minste lang zitten, een spuitbusje hittebestendige verf levert na één regenbui meestal al een roestbak op. Ook de warmteafvoer is beter met een ceramische coating. De cilinders dus in een doos naar Speedline voor een behandeling.

 

We gaan bouwen
Als we de carters binnen hebben kunnen we aan de gang gaan. Eerst maar de vuilnisman blij maken met een grote berg verpakkingsmateriaal. Het lijkt plotseling of we nog maar een kwart van de bestelling over hebben, maar het ruimt wel lekker op. We monteren de gereviseerde en gebalanceerde krukas in de linker carterhelft. Na montage van de oliepomp, kan de rechter carterhelft gemonteerd worden. Nu kunnen we het binnenwerk van de rechterkant van het blok monteren. Voor de nokkenas kiezen we een speciaal model van S&S. Hij ziet eruit als een origineel oud model van voor bouwjaar 1970, maar is voorzien van nokken van een Evo. Ook het aandrijf tandwiel voor de ontsteking is van een speciaal model. Origineel draaien de ontstekingen van de modellen van voor bouwjaar 1970 linksom. Bij de modellen van na 1970 draait de ontsteking echter rechtsom omdat men toen de ontstekingen direct op de nokkenas ging monteren. Nu is voor de modellen van na 1970 een groot assortiment goede elektronische ontstekingen leverbaar, terwijl de keus voor de oudere modellen voornamelijk uit contactpunten bestaat. Door gebruik van een speciaal setje tandwielen kun je echter de ontsteking rechtsom laten draaien en daardoor een moderne elektronische ontsteking toepassen die eigenlijk voor een later model bedoeld is. Deze tandwielsetjes kun je ook gebruiken in originele oude modellen. Werkt erg goed!

 

De nokvolgers en stoterstangen
De hydraulische units die origineel van 1953 tot en met 1984 toegepast werden blonken niet uit door hun betrouwbaarheid. Het werkt goed met originele klepveren in combinatie met een “tamme” nokkenas als de lifterblokken en nokvolgers in onberispelijke staat verkeren. Bij slijtage ontstaat echter al snel zoveel verlies van oliedruk dat zij de neiging hebben om te gaan tikken. Bij gebruik van een nokkenas met een hogere lift en zwaardere klepveren, kun je originele hydraulische units van de oude modellen helemaal wel vergeten. Om deze reden werd in het verleden vaak “vaste” stoters gemonteerd die echter weer erbarmelijk rammelden en tikten. Bij de Evo’s zijn standaard veel zwaarder uitgevoerde hydraulische units toegepast die uit de autosector stammen. Een probleem is echter dat een set Evo nokvolgers niet zomaar in een Shovel gepropt kan worden. Natuurlijk heeft de aftermarket hier ook weer een oplossing voor en zijn er “zo uit de doos” ombouwsets verkrijgbaar om zonder problemen Evo nokvolgers in je Shovel te monteren. We willen in ons “oud model” blok natuurlijk ook deze betere nokvolgers toe passen. Dit geeft tevens de mogelijkheid om de olieleiding die origineel buitenom naar de cilinderkoppen loopt weg te laten. Bij de Evo’s krijgen de cilinderkoppen namelijk hun smering via de holle stoterstangen waardoor de olie naar het bovenblok gevoerd wordt. Overigens is dit setje nokvolgers ook een aanrader voor originele Shovel- en Panheads. Nooit meer tikkende kleppen, zelfs met een “hete” nokkenas is pas echte genieten.

 

De cilinderkoppen
De originele Panhead koppen zijn natuurlijk een sterk verouderd concept. De inlaatpoorten bij de originele koppen hebben een erg slechte flow, mede door het origineel toegepaste T-vormige inlaatspruitstuk en te kleine inlaatkleppen. S&S heeft voor moderne koppen in een oud jasje gekozen. Uiterlijk ziet het er allemaal vrij origineel uit, in het binnenwerk herken je echter niets van een originele Panhead. Ook de uitlaatpoorten zijn natuurlijk onderhanden genomen en wat er uiterlijk direct opvalt zijn de bevestiging van de uitlaatbochten. Er is gekozen voor dezelfde bevestiging als bij een Shovelhead. Het voordeel hiervan is dat het eeuwigdurende lekken van de uitlaat, dat bij een originele Panhead haast altijd een probleem is, voorkomen wordt en dat er een ruim assortiment goede uitlaten voorhanden is.
Bij de originele Panhead modellen waren de tuimelaars altijd een probleem. S&S heeft dit opgelost door tuimelaars van een Shovelhead te gebruiken die op hun plaats blijven door speciaal ontworpen “cradles”. Wij gebruiken voor de tuimelaars z.g. “roller rockers” die een lagertje hebben op het punt waar zij de klepsteel raken. Zij zijn tevens voorzien van inwendige oliekanalen voor de smering van het bovenblok via de stoterstangen. De S&S koppen moeten gecombineerd worden met Shovelhead cilinders omdat zij voorzien zijn van het boutenpatroon van een Shovel.

 

Afmonteren
Het ergste leed is inmiddels geleden en we zijn aan de montage van de laatste onderdelen toe. De olieleidingen naar de cilinderkoppen kunnen we vergeten omdat de olie op dezelfde wijze als bij een Evo door de stoterstangen naar het bovenblok gaat. Voor het huis van de ontsteking kiezen we voor S&S, ziet er prachtig uit. Na montage van de koppen nog even kleppen stellen en daarna kunnen de klepdeksels erop. Denk eraan bij het vastzetten van de klepdeksel boutjes een momentsleutel te gebruiken, je draait ze erg snel dol en dat is zonde. Na montage van het blok in het frame nog even zorgvuldig inrijden en daarna veel plezier met een oud / nieuw model blok.

 

Een bijzonder setje carters. De rechter carterhelft is een model van voor bouwjaar 1970, de linker carterhelft is van na 1970. Zij worden op bestelling door S&S gefabriceerd.
Na de montage van het binnenwerk kunnen we het blok dichtmaken met de nokkenasdeksel. Om dat we een wisselstroomdynamo gebruiken hoeven we het tussentandwiel voor de gelijkstroomdynamo niet te monteren.
Het S&S nokkenasdeksel en de door Speedline gecoate cilinders zijn gemonteerd. We kunnen aan de cilinderkoppen beginnen
Het setje nokvolgers en stoterstangen van S&S. Techniek van de Evo bestemd voor een ouder model
De panhead cilinderkoppen van S&S en de speciale "cradles" voor de bevesting van de tuimelaars.
Alles zit op zijn plaats. Nu nog de klepdeksels monteren.
Het motorblok is gereed en kan ingebouwd worden.