De oudere modellen HD’s tussen 1932 en 1957 waren uitgerust met een gelijkstroomdynamo van het model 32E.

Bij deze dynamo’s wordt gebruik gemaakt van een 3-borstel systeem en zij hebben een werkspanning van 6 Volt.

Lang geleden schreven we zijdelings in een artikel al summier iets over het verbeteren van dit systeem. Omdat de oudjes weer steeds meer in trek raken, komen er zeer regelmatig telefonische vragen binnen over deze ombouw.

We gaan er in dit artikel wat dieper op in op dit model dynamo.

 

Hoe werkt het 3-borstel systeem?
Het 3-borstel systeem is erg oud en werd toegepast in een tijd dat het nog niet mogelijk was om een betrouwbare spanningsregelaar te fabriceren.

Een dynamo model 32E met het 3-borstel systeem gaf een vast ingestelde laadstroom, die niet afhankelijk was van de conditie van de accu.

Met de derde koolborstel werd de laadstroom ingesteld en daar moest de accu het mee doen.

Of de accu nu vol of leeg was, het maakte niets uit, de dynamo laadde altijd dezelfde vast ingestelde hoeveelheid stroom.

In de dynamo bevond zich een tweede veldspoel die door het contactslot bekrachtigd werd als men het licht inschakelde.

Deze ingeschakelde tweede spoel laadde dan precies zoveel extra als de originele verlichting verbruikte als het licht aan is.
Je zult begrijpen dat dit systeem veel beperkingen heeft.

De accu wordt niet optimaal geladen en je kunt niets aan de sterkte van de verlichting veranderen omdat daar de dynamo niet op geconstrueerd is.

 

Waarom beter 12 volt?
Vroeger waren alle auto’s en motoren uitgerust met een 6 Volt installatie.

Dit systeem heeft als nadeel dat er een erg hoge stroom door de elektrische installatie loopt en grote spanningsverliezen op zullen treden.

Er moeten zeer dikke draden worden toegepast om deze verliezen binnen de perken te houden.

Hetzelfde geldt natuurlijk voor de schakelaars en de diverse contacten. Door de spanning te verhogen van 6 Volt naar 12 Volt, zal de stroom met de helft afnemen en zal er veel minder verlies optreden.
Bijvoorbeeld een koplamp met een lampje van 60 Watt zal bij 6 Volt een stroom van 10 Ampère via de bedrading en schakelaars uit de accu trekken.

Bij 12 Volt trekt een 60 Watt lampje de helft, dus maar 5 Ampère uit de accu. Hierdoor kunnen de bedrading, schakelaars en andere contacten veel lichter uitgevoerd worden en zullen daarnaast minder verliezen optreden.

Ook zal de accu kleiner en lichter uitgevoerd kunnen worden omdat deze bij 12 Volt veel minder belast wordt.

Om deze redenen zijn tegenwoordig auto’s en motoren met een 6 Volt installatie zeldzaam en is alles met een 12 Volt installatie uitgevoerd. Doordat de 6 Volt installatie inmiddels alleen nog bij oldtimers voorkomt, zijn lampjes en andere elektrische onderdelen moeilijk verkrijgbaar en even een nieuw achterlicht lampje van 6 Volt bij de benzinepomp kopen kun je vergeten.

 

De ombouw van de 32E dynamo naar 12 Volt
We gaan bij de ombouw van de 32E dynamo niet alleen de spanning naar 12 Volt verhogen, maar ook gelijk de werking moderniseren. Na de ombouw zijn er geen twee aparte velden meer voor het laden zonder en met licht maar werken beide veldspoelen altijd samen voor een maximale output en gaat een spanningsregelaar de laadstroom naar behoefte regelen.

Bij het oude 3-borstel systeem werd de output vast afgesteld rond de 4 Ampère, na de ombouw geeft de dynamo naar behoefte van 0 tot ongeveer 10 Ampère, afhankelijk wat de accu nodig heeft om volledig opgeladen te zijn.

 

De spanningsregelaar
De oude modellen hebben rechts voorop het motorblok een klein relais dat vaak ten onrechte de spanningsregelaar genoemd wordt.

Dit is echter geen spanningsregelaar, maar een eenvoudig relais dat er voor zorgt dat, als de motor niet loopt, er geen spanning van de accu naar de dynamo kan stromen.

Als dit n.l. wel het geval zou zijn zou de accu snel leeg raken en de dynamo zou verbranden.

Als de motor loopt en de geleverde spanning uit de dynamo hoger is dan de klemspanning van de accu, sluit het relais zich en laadt de dynamo de accu op.

Als de motor uitgezet wordt en de dynamo geen spanning meer levert, verbreekt het relais het contact tussen de dynamo en de accu.

Tegenwoordig zou i.p.v. het relais een diode toegepast worden, maar die waren er voor de 2e wereldoorlog nog niet.

Na de ombouw van de 32E dynamo kan geen relais meer worden gebruikt, maar dient een echte spanningsregelaar toegepast te worden.

Deze zijn leverbaar in een behuizing die gelijk is aan het originele relais zodat de boel er origineel uit blijft zien.

Het verschil met de oude situatie is dat de nieuwe spanningsregelaar de klemspanning van de accu meet en de laadstroom van de dynamo daar op afstemt. Je zult dus na de ombouw altijd verzekerd zijn van een optimaal geladen (12 Volt) accu.

 

We gaan ervoor
Eerst maken we de + draad van de accu los en sleutelen daarna de dynamo uit de motor.

We demonteren de dynamo helemaal en maken, voor we weer met de opbouw beginnen, eerst de boel goed schoon.
Hierna beginnen we met de twee velden te monteren. Als de vier schroefjes, waar de velden mee op hun plaats worden gehouden slecht zijn, deze gelijk even vernieuwen.

Na montage van de twee velden kan de keerring en het kogellager gemonteerd worden, waarna je het anker in de dynamo kunt laten zakken.

Als alles tot zover netjes op zijn plaats zit kan met behulp van de twee lange schroeven de aluminium achterkant gemonteerd worden.

Als het aluminium deel goed op zijn plaats zit kunnen de resterende onderdelen weer gemonteerd worden op de originele wijze.

De houder van de 3e borstel wordt niet meer gemonteerd. Hiervoor in de plaats komt het bij de kit geleverde vulplaatje.

Bij montage van het achterste lager moet je even opletten; tussen het anker en het lager komen vulringen om er voor te zorgen dat het anker op de goede plek in het huis van de dynamo komt.

De koolborstels moeten goed op de koperen lamellen lopen en de kraag van de lamellen moet vrij lopen van de koolborstelhouders.

In sommige latere uitgaven van de originele onderdelenboeken is HD deze vulringetjes vergeten te tekenen. In de tekst worden zij wel vermeld en hebben onderdeelnummer 6543 (0,025″ dik) en 6551 (0,072 dik).

Als je een oud model onderdelenboek hebt, staan de vulringen wel getekend en hebben daarin de onderdeelnummers 0228A en 1643-30.

Overigens is er door HD indertijd een speciaal boekje uitgegeven over revisie van motorblokken, versnellingsbakken, dynamo’s, enzovoort. Het boekje heeft nummer TM 9-1879 en is als herdruk nog gewoon leverbaar.

Dit boekje is bijzonder duidelijk een heeft veel foto’s.
Als de boel op zijn plaats zit hoeven alleen nog even de koolborstels gemonteerd te worden en de twee draadjes van de velden aangesloten. Eén zijde van de velden komt bij de koolborstel die verbonden is met het boutje waar “relay” bij staat, de andere draad van de velden wordt aangesloten op de lip die verbonden is met het boutje “switch”.

 

Polariseren en testen
Als je aan een gelijkstroomdynamo hebt gewerkt, moet je hem altijd eerst even polariseren voor je hem weer in gebruik neemt.

Hiermee zorg je ervoor dat de stroom in de goede richting loopt en je voorkomt dat de spanningsregelaar gelijk kapot gaat door een verkeerde polariteit van de dynamo.
Het polariseren is eenvoudig.

Je legt de dynamo op de bankschroef en met behulp van een startkabel verbind je de min van de accu met het huis van de dynamo.

Met behulp van een draadje verbind je de “veld” aansluiting (bij een omgebouwde dynamo de aan sluiting “switch”) met de massa van de dynamo.

Door nu met de andere startkabel een verbinding te maken tussen het “armature” contact op de dynamo (bij een omgebouwde dynamo het contact waar “relay” bij staat) en de + van de accu zal de accu als een elektromotor gaan draaien in de goede draairichting.

Na deze handeling kan de dynamo met een nieuwe pakking weer in de motor worden gemonteerd.

 

Toch maar 6 volt houden?
Een wat minder goede, maar wel goedkopere oplossing is om de dynamo van model 32E gewoon 6 volt te laten maar wel de derde borstel te verwijderen en het laadsysteem te voorzien van een spanningsregelaar i.p.v. het originele relais.

De HD fabrieken deden dit vroeger ook al bij de politiemodellen en sommige Servicars van 1938 t/m 1964 die met een radio installatie waren uitgerust en deze 2-borstel dynamo had als typeaanduiding model 32E2R.

Je houdt bij dit systeem wel het grote spanningsverlies en hoge stroomsterkte dat een 6 volt systeem met zich meebrengt, maar je accu is in ieder geval altijd volledig opgeladen.

Je kunt dit eenvoudig realiseren door de derde borstel te verwijderen en de beide velden permanent aan te sluiten en niet meer via de 3e koolborstel en lichtschakelaar.

De aansluiting op de dynamo waar “relay” bij staat wordt in de nieuwe situatie dan de “A” aansluiting en de “Switch”‘ wordt “F” (veld). Je verwijdert eenvoudig de 3e koolborstel met houder en sluit de velden aan volgens het bedradingschema van model 32E2R dat in de werkplaatshandboeken te vinden is.
De benodigde 6 volt spanningsregelaar is via de after-market volop verkrijgbaar en ziet er precies zo uit als het originele relais.

Monteer geen “universele” spanningsregelaar die eigenlijk voor een auto bedoeld is.

Deze hebben een te grote maximale laadstroom en daar kan de dynamo niet tegen. Gebruik ook een elektronisch model en niet de ouderwetse mechanische spanningsregelaar met relais.

De mechanische modellen geven op een motorfiets door trillingen veel storing, daarnaast zijn ze veel minder “vriendelijk” voor je dynamo.

 

Andere modellen dynamo’s ombouwen naar 12 Volt
Ook de latere 6 Volt modellen dynamo’s, zoals toegepast na 1957, kunnen natuurlijk omgebouwd worden naar 12 Volt.

Bij deze nieuwere typen is de ombouw eenvoudiger en hoeven alleen de velden en het anker vervangen te worden door 12 Volt modellen.

Alle aansluitingen blijven gewoon hetzelfde. Natuurlijk dient ook de spanningsregelaar vervangen te worden door een model dat geschikt is voor 12 Volt.

 

De rest aanpassen bij 12 Volt
Als je het elektrische systeem van 6 Volt naar 12 Volt ombouwt moeten er, naast de dynamo onderdelen en spanningsregelaar, natuurlijk meer onderdelen uitgewisseld worden van de elektrische installatie. Allereerst dienen de lampjes van achterlicht, koplamp en dashboard vervangen te worden door 12 Volt modellen.

Ook de bobine dient vervangen te worden.

De aftermarket levert 12 Volt bobines met een origineel uiterlijk voor de oude modellen.

Een optie als je een sterkere vonk wilt is een bobinesteun van een Servicar van na bouwjaar 1964 te monteren. Je kunt hiermee een bobine monteren zoals toegepast wordt op de Shovelhead en Evo modellen.

Bij deze modellen is een grote keus bobines leverbaar die een veel betere vonk geven dan de replica modellen.

Het onderdeelnummer van de Servicar bobinesteun is 31725-48A. Deze is nog gewoon verkrijgbaar, zowel origineel van HD als replica’s via de aftermarket.
Officieel dient de claxon eigenlijk ook vervangen te worden, maar blijkt het in praktijk prima te doen bij 12 Volt.

De complete 12 Volt kit met op de achtergrond de dynamo die we onder handen nemen.
Na montage van de velden en het anker kan de aluminium achterkant gemonteerd worden.
De dynamo kan terug in de motor. Let op de ruimte die ontstaan is door het verwijderen van de 3e koolborstel.