Project Knucklehead

Revisiewerk aan motorblokken en versnellingsbakken zijn veel voorkomende klussen. Soms zitten er echter blokken tussen die je wat minder vaak tegen komt om de simpele reden dat er minder van geproduceerd zijn in het verleden. We gaan de lezers van Bigtwin eens in het inwendige mee laten kijken van de verschillende motorblokken die de HD fabrieken in het verleden geconstrueerd heeft. Deze keer is de Knucklehead aan de beurt, één van de oudere kopklepmodellen.

 

Origineel
Een heet hangijzer bij werkzaamheden aan oude motorblokken is altijd de originaliteit. Er zijn aan deze oude blokken natuurlijk verbeteringen mogelijk. Dit motorblok stamt uit de oorlogsjaren en er is op technisch gebied veel veranderd sinds die tijd. Bij een revisie zijn onderdelen soms versleten en moeten vervangen worden. Ook zijn onderdelen tegenwoordig vaak in een verbeterde versie leverbaar, maar hebben dan een iets ander uiterlijk. Als deze onderdelen deel uitmaken van het inwendige motorblok is het minder opvallend. Betreft het echter onderdelen zoals bijvoorbeeld de oliepomp, dan wordt het een ander verhaal. Deze zijn duidelijk zichtbaar en in dat geval moet men de afweging maken of men de keuze maakt voor een origineel uiterlijk of dat men kiest voor een grotere betrouwbaarheid en langere levensduur en een uiterlijk dat niet meer geheel origineel meer is. In dit geval koos de eigenaar van het blok duidelijk voor een verbeterd blok. Dit betekende voor het motorblok dat de originele pomp vervangen wordt door een model van S&S. Hij ziet er wel totaal anders uit dan de originele, maar zorgt voor een veel betere smering dan het oude originele model.

 

Samenstelling van het blok
Bij dit soort blokken is het altijd een beetje oppassen omdat er nog wel eens vreemde verrassingen op de loer liggen. Dit blok was volgens het motorbloknummer van na bouwjaar 1940. Dit klopte met het bovenblok. Het onderblok was echter van voor bouwjaar 1940. De historie van zo’n oud model is meestal niet te achterhalen. Vaak is de motor geïmporteerd uit het buitenland of ergens in een boerenschuur gevonden. Er kan natuurlijk in het verleden door een dealer of sleutelaar een “mix” zijn samengesteld. Daarnaast waren het in Amerika indertijd crisisjaren en gebruikte de HD fabrieken nog wel eens wat oude voorraad die ze nog ergens hadden liggen. Je moet dus altijd een beetje opletten en niet alleen op het motorbloknummer afgaan maar ook op de fabricagejaren van de gebruikte onderdelen letten.

 

Revisie
De krukas van dit blok was nogal mishandeld in het verleden. Een kwaal bij deze oude modellen is dat de loopringen voor de drijfstangen nog wel eens mee gingen draaien in de krukwang. Hierdoor slijt dan de kamer uit waar de ring zich in bevind en kun je een nieuw te monteren ring niet meer goed vastzetten. Dit werd dan in het verleden op een creatieve manier geprobeerd op te lossen door montage van schroefjes of borgpennetjes. Dit werkte dan wel weer een poosje, maar is natuurlijk niet de manier om het probleem betrouwbaar op te lossen. De enige goede oplossing is om de krukwangen in de draaibank te zetten en weer van een nieuwe kamer te voorzien van een iets grotere maat. Hiervoor moeten dan iets grotere en dikkere ringen gedraaid worden die weer netjes op de originele wijze vast komen te liggen in de krukwang. Bij deze oude modellen werden origineel altijd stalen ringen gemonteerd die de neiging hebben om te “vreten” in de drijfstangogen. Tegenwoordig kunnen we over veel modernere materialen beschikken die dit probleem niet hebben. Wij kiezen op dit punt altijd voor Ampco 45, een bronslegering die o.a. Nikkel en Mangaan bevat. Het is bijzonder slijtvast en gaat veel langer mee dan de originele stalen ringen. Omdat ook de wrijving tussen de stalen drijfstangen en de bronzen ringen veel kleiner is, zullen zij in de toekomst veel minder de neiging hebben om mee te draaien in de krukwangen.
Na montage van de loopringen kan de krukas op de normale wijze gereviseerd en afgemonteerd worden. Bij dit blok was een drijfstangen in het verleden een keer doorgescheurd en daarna weer netjes aan elkaar gelast. Dit is natuurlijk verre van betrouwbaar en we monteerden maar een nieuw setje drijfstangen van S&S. Omdat de krukas aan beide zijden gelagerd is op losse rollen in een kooi, is het belangrijk dat de lagerbussen in het carter exact in één lijn liggen. Hiervoor is een speciaal “lapping tool” nodig. Omdat de prijs hiervan nogal aan de forse kant is, kun je als doe-het-zelver deze klus haast niet zelf doen. Daarnaast heb je dan ook nog verschillende modellen en maten rollen nodig die allemaal in zakjes van 100 stuks verkocht worden. Als je niet van plan bent om elke maand je motorblok te reviseren daarom een minder gunstige investering. Na het lappen van de zijlagers kan hij in het carter gemonteerd worden en met vulringen de zijdelingse speling uitgevuld worden. Voor de vulringen in het carter, die de zijdelingse speling tussen de krukas bepalen, monteren we ook weer modellen van Ampco 45. Ook hier vreten de originele stalen ringen teveel in de lagerbussen en dat willen we in de toekomst voorkomen.

 

Nokkenas compartiment
Als het carter definitief dicht zit gaan we verder met de ruimte waar de nokkenas en tussentandwielen in gemonteerd worden. We hadden al besloten voor kwaliteit te kiezen in plaats van voor een geheel origineel uiterlijk. Omdat het een motor betreft die veel bereden wordt, is de levensduur in dit geval belangrijker dan een origineel uiterlijk. We kiezen daarom voor een oliepomp van het merk S&S die geschikt is voor de modellen van 1936 tot en met 1972. Natuurlijk worden de bronzen bussen van de nokkenas en pinionshaft vervangen door nieuwe en daarna op maat geruimd. De nokvolgers zijn bij een Knucklehead extreem lang en hebben daardoor een zeer goede geleiding in de lifterblokken. Zij gaan meestal levenslang mee en je kunt op dit punt haast altijd volstaan om alleen de vier rollers die op de nokkenas lopen te vervangen. Verder is het dan een kwestie van alles op de normale manier monteren. Er zijn ook voor deze zeer oude modellen nog gewoon alle onderdeel- en werkplaatshandboeken verkrijgbaar met de toleranties en montage voorschriften. Alles bij elkaar niet zo’n moeilijk klus.

 

Cilinders en koppen
Bij de keuze van zuigers voor een Knucklehead is het een beetje oppassen. Er bestaan verschillende merken en modellen aftermarket zuigers die helemaal foute boel zijn. Persoonlijk ben ik bij deze blokken een fervent voorstander om originele zuiger te gebruiken. Mocht je voor aftermarket zuigers kiezen, gebruik dan in ieder geval een zuiger die een stalen verbindingsbrug heeft aan de binnenzijde. Zuigers zonder deze stalen brug lopen altijd in korte tijd volledig in de gort.

De cilinderkoppen van een Knucklehead zijn een hoofdstuk apart. De klepdeksels bestaan uit vele kapjes, schroefjes en aanverwante onderdelen. De klepgeleiders zijn er niet alleen om de klepstelen door te laten lopen, maar houden tevens de onderste delen van de klepdeksels op hun plaats. Ook het monteren van tuimelaars is een truc apart. Bijkomend probleem is dat de werkplaatsboeken en onderdeelboeken uit die tijd niet echt duidelijk en volledig waren op dit punt. Als je dit niet al veel vaker gemonteerd hebt, is het verstandig om deze klus uit te besteden aan je “local dealer”. Zoek er wel één uit die dit werk al langer doet en veel ervaring heeft met de oude modellen HD’s.

 

Ontsteking
De oude modellen hadden erg beroerde contactpunten. Goed afstellen was bijzonder lastig. Als het dan uiteindelijk gelukt was verliep de boel weer binnen de kortste tijd. Ook draaiden deze oude contactpunten om een asje waar een buisje van Pertinax omheen zat. Dit had de neiging om scheurtjes te gaan vertonen, waardoor dan lekstroom optrad. Bij alle oude modellen is de beste oplossing om het oude asje er even uit te boren en de ontsteking aan te passen zodat er moderne contactpunten gemonteerd kunnen worden die veel nauwkeuriger af te stellen zijn. Deze ingreep stelt niet zoveel voor, even twee gaatjes boren en in één gat schroefdraad tappen. Een bijkomend voordeel is dat je in de toekomst gewoon overal contactpuntjes en een condensator kan kopen als dat nodig is.

 

Primaire aandrijving
De modellen van voor bouwjaar 1965 hadden een primaire ketting die door een druppelaar van olie voor de smering werd voorzien. Deze olie droop dan van de ketting af en liep aan de onderzijde van de primaire kast via een gaatje op straat. Dat ligt tegenwoordig natuurlijk een beetje beladen in verband met het milieu en zo’n plas olie onder de motor ziet er niet uit. Een Knucklehead staat er toch al om bekent dat hij de olie nogal kwistig in het rond sproeit en als je dat een beetje kunt beperken is dat leuk meegenomen. In 1965 ging HD een terugvoerleiding monteren die deze olie weer afzoog en terugvoerde naar de olietank. Hoewel ik zelf niet echt een voorstander ben van beltdrives omdat ze erg zwak zijn en snel breken, kun je bij dit soort modellen haast niet anders. Gelukkig hebben deze oudjes veel minder vermogen dan de nieuwe modellen en houd een beltdrive het in dat geval wel zo’n twee jaartjes zonder problemen uit. Nu kun je bij de ombouw naar beltdrive niet zomaar de druppelaar die de ketting smeert afpluggen omdat deze tevens als carter ontluchting gebruikt wordt. Het best kun je het smeerpijpje net voor de bocht afzagen en er een stukje rubberen olieleiding op monteren tussen het carter en de primaire kast. Je laat dan de ontluchtingsleiding tussen de primaire kast en het blok naar beneden lopen, zodat de belt niet vet wordt.

 

Blok inbouwen
Als het blok weer in elkaar zit kan het terug in de motor. Zorg ervoor dat de uitlaat netjes aansluit op de cilinderkoppen en voorkom lekkage. Hetzelfde geldt voor het inlaatspruitstuk. Deze aansluiting mag zeker niet lekken als je het blok lang heel wilt houden. Maak ook de olietank en de olieleidingen goed schoon alvorens er nieuwe olie in te doen. Standaard werden de oude modellen van voor 1948 niet van een oliefilter voorzien, hetgeen de levensduur aanzienlijk verkortte. Monteer altijd een goed oliefilter in de terugvoerleiding, bij voorkeur een modern opschroef oliefilter van een gerenommeerd merk.

Good old Knuckles don’t leak, they just mark there spot!

Bij de loopringen in de krukas waren in het verelden al wat "noodreparaties" verricht.
Eerst worden er nieuwe kamers gefreesd in de krukwangen, die we daarna voorzien van veel betere Ampco 45 loopringen.
Het is even zoeken, maar een stetje originele zuigers uit de oorlogsjaren is nog gewoon leverbaar.
De nieuwe S&S oliepomp is gemonteedr ende nokkenas, breather valve en tandwielen kunnen gemonteerd worden.
Na de montage van het nokkenasdeksel en de lifterblokken begint het al op een blok te lijken. Nu met de cilinderkoppen aan de gang.
De cilinderkoppen van een Knucklehead zitten anders in elkaar dan bij de latere modellen. De montage is een klusje apart.
De carter ontluchter komt origineel in de primaire kast uit. Omdat we een belt drive genruiken leiden we hem om.
De originele punten zijn een ramp. We vervangen ze dan ook maar door een setje van na 1970.
Het blok gemonteerd in het frame, Nu nog de benzine tanken monteren en daarna begint het trappen op de kickstarter
Deze motor heeft een hoog "fun" gehalte. Zo'n oudje moet eigenlijk elke HD rijder achter de hand hebben om lekker rond te tuffen op een mooie zomeravond.